Als schilder moet ik mezelf uitdagen.
Anders frut ik maar wat aan. Begin ik met een ding en maak het niet af.

 In de loop van de tijd heb ik gemerkt dat het voor mij werkt als ik projectmatig werk. Dit kan een project zijn waarbij ik de haltes van een tramlijn schilder, of mensen met rode kleding of alle molens van Amsterdam. Het helpt me om het materiaal, de vorm en de zeggingskracht te onderzoeken. Door een geconcentreerde doelmatige aanpak ga ik op zoek naar de mogelijkheden die het materiaal en ondergrond me geven. Daardoor ontdek ik dingen en verras ik mezelf met effecten die het materiaal, de kleur en de drager hebben.

 Essentieel voor mij is dat ik werk naar levend voorbeeld. Dit kan een landschap, een bos bloemen of een mens zijn. Alles is gemaakt naar levend voorbeeld. Het is gebaseerd op de realiteit, maar het is niet realistisch. Tijdens het schilderen abstraheer ik vormen die ik zie. 

In mijn werk is kleur belangrijk. Ik maak de vorm meer met kleur dan met toon, Met name bij mensen zijn de kleurverschillen in huid en kleding groot. Het is fijn om daar als schilder uiting aan te kunnen geven. Een schilder heeft anders dan een fotograaf een oneindig grote mogelijkheid om kleuren te mengen en daarmee een afbeelding te maken. Kleur werkt voor mij inspirerend, al luistert het soms ook erg nauw. Een iets te veel afwijkende kleur, kan bepalend zijn voor de expressie of gelijkenis in een portret van een mens. En als ik iets wil, is wel zoveel mogelijk de expressie en gelijkenis op het doek of paneel schilderen.

 Ten slotte is ook het gebruik van verschillend materiaal en verschillende ondergronden een grote inspiratiebron voor mijn creativiteit. Zo ben ik met gouache gaan werken op groot paneel. Gouache is voor mij een verf die het midden houdt tussen acryl, olieverf en aquarel. De methodiek van het schilderen van een mens met gouache is heel anders dan die met olieverf. Je moet eerder een beslissing nemen en kunt minder smeren. Dat heeft mijn schilderen met olieverf ook beïnvloed. Ook daar heb ik geleerd nu niet uit te stellen, maar uitspraken te doen.

 Ook het variëren met ondergrond kan inspirerend zijn. In de tweede helft van 2018 ben ik begonnen met portretten op plexiglas. Door te schilderen op plexiglas betrek je de omgeving in de buurt van het schilderij er meteen bij. Eigenlijk zeg je: ben je eigenlijk wel een schilderij of slechts een ding dat verandert als de omgeving verandert? 

Mooi toch? Dat het schilderij zichzelf niet al te serieus neemt?!